En verder.

MEERWAARDE.

Beste lezer, laat ik beginnen met de vraag: wat is mijn taak als adviseur in schilderijen en antiek?
Antwoord:
het zodanig adviseren voor mijn client dat ik meerwaarde creëer voor die client ten opzichte van het bedrag dat ik voor mijn advies vraag.
Meerwaarde in de zin van financiële meerwaarde maar ook van artistieke meerwaarde die soms niet in geld is uit te drukken.
Voorbeeld: ik heb een werk voor iemand gekocht zonder handtekening maar simpelweg prachtig is en veel meer zou opbrengen als er een bekende handtekening onder staat.
Ik bewaak de belangen van de individuele klant.
Er is niemand in het circuit die dat doet zoals een integere adviseur dat doet.
Mijn enige asset is mijn klant.
Niet de verkoper, niet het veilinghuis, niet de handelaar.
Dit creëert een unieke afhankelijkheid en dus een verzekering van goede diensten bij een vertrouwde adviseur.

HOE GA IK TE WERK?

Zodra de veilingcatalogus online is treedt er een proces in werking.
Ik verzend soms catalogi, vooraf uitgeselecteerd qua periode, naar mijn klanten.
Ik probeer daarna zoveel mogelijk afspraken te maken met mijn klanten tijdens de kijkdagen.
Daar attendeer ik ze op de artistieke kwaliteit. (Zie Deel I, Taken 1).
Deze esthetische en technische kwaliteit zijn fundamenteel bij het beoordelen van een schilderij: de zeldzaamheid van het stuk bepaalt mede de prijs.
Om een schilderij kwalitatief goed te kunnen beoordelen is ruime ervaring en een goed oog nodig!
Ik beschik over uitgebreide literatuur en naslagwerk om bijvoorbeeld herkomst, het oeuvre van de meester en het prijsverloop van zijn stukken bij de hand te hebben.
Ook attendeer ik ze uiteraard op de conditie van het schilderij. (Zie Deel I, Taken 2).
De artistieke kwaliteit en conditie tezamen bepalen voor 80% de waarde van het werk.
Alle andere factoren zijn subjectief en hebben weinig invloed.
Conclusie: op die basis valt in mijn ogen 70/80% van een kunstveiling af!

HET UUR VAN DE WAARHEID.

Tijdens de veiling, of vlak voor het bieden, zoek ik vaak een strategisch plekje op, liefst uit het zicht van de telefonisten.
Mijn klanten zijn of aanwezig of hebben contact met mij via mijn gsm.

VEILINGTRUCS.

Ik attendeer mijn klanten op de verkooptrucs: of er überhaupt echt wordt geboden, dus niet „against the wall” om de te hoge limiet (de minimum prijs die de verkoper met de veiling heeft afgesproken) te bereiken. (Zie Deel I, veilingtrucs).
In zo’n geval lijkt het me beter niet te bieden en te speculeren op een „after sale” oftewel een reëler bod uitbrengen na de veiling!
Ook probeer ik ze het echte biedingsproces door te geven wat mogelijk is omdat daar, voor mij, vele bekenden tussen zitten.

NA DE VEILING.

Als mij iets wordt toegewezen neem ik het mee naar de juiste restaurateur (!) en ga eventueel met mijn klant een gepaste lijst uitzoeken.
Dit alles is het resultaat van jarenlang opgebouwd wederzijds vertrouwen!!

HET GROEIENDE VERTROUWEN.

Het liefst loop ik een tijdje met mijn klant rond op veilingen om hem wegwijs te helpen en het begrip artistieke kwaliteit enigszins bij te brengen.(Zie Deel I, Taken 1).
Ook moet ik bekend raken met de smaak en opbouw van het kunstbezit van mijn klant om o.a. deze te attenderen op veilingen met interessante stukken ter aanvulling of vervanging van zijn bezit: SMAAK HEEFT DE NEIGING ZICH TE ONTWIKKELEN EN GAAT GEPAARD MET TOENAME VAN KENNIS VAN HET VERZAMELGEBIED.
Ik probeer de leemtes te vullen die bestaan doordat de markten in kunst niet transparant zijn.
Het is moeilijk een goed inzicht te krijgen in vraag en aanbod van kunst.

DE KUNSTHANDEL.

De afzetkanalen voor kunst zijn beperkt.
Het belangrijkste afzetkanaal blijft de kunsthandel die via beurzen zoals de MEC en PAN haar invloed heeft kunnen uitbreiden.
Door de kunstbeurzen is een vergelijk tussen de aanbieders van dezelfde kunst wel beter geworden: maar groot verschil in artistieke kwaliteit blijft aanwezig.
Zelden kom ik daar twee werken van identieke kwaliteit tegen.
De kunsthandel heeft voorraad en kan daardoor ook meerdere stukken op het zelfde moment aanbieden.
Via de kunstveiling duurt dat vaak langer: maar wordt je geduld wel beloond!
De voorraadfunctie van de kunsthandel is zeer belangrijk.
De kunsthandel is niet alleen machtig: er zijn ook maar een klein aantal succesvolle spelers.
Je zou kunnen spreken van een oligopolie.
Tussen de grotere kunsthandelaren is niet voldoende concurrentie om voor echte prijsdruk te zorgen: prijsdruk ontstaat eerder door gebrek aan kopers!

INTERNET-SITES.

Internet-sites zijn sterk in opkomst.
Het probleem blijft dat de koper de aangeboden stukken moeilijk kan beoordelen.
Deze markt blijft daardoor beperkt tot een gewone tweede-hands markt.

HET VEILINGWEZEN.

Het veilingwezen is de enige echte presentatie voor kunst en antiek.
Prijzen worden publiekelijk bepaald door vraag en aanbod, waarbij de verkoper een minimum prijs, de limiet, kan bepalen.
Dat minimum bedrag moet natuurlijk wel, in mijn ogen, reëel zijn! (Zie veilingtrucs Deel I en Deel II).
Ik voel me daar het beste thuis.
Wel vraagt het biedingsproces veel concentratie en ervaring.
Ook de presentatie tijdens de kijkdagen is niet optimaal: denk aan antiquiteiten en vuile en/of beschadigde schilderijen in kapotte lijsten met slechte belichting.
Door ervaring en een goed oog is dat avontuur voor mij geen probleem.
Ik ben dus meer voor de praktische dan voor de kunsthistorische benadering: uitleg „doorspekt met gebakken lucht” is niet mijn ding.
In de ogen van veel kunsthistorici opereer ik in een te commercieel gebied, ze vergeten echter dat ik, maar vooral mijn vader, voor oude families hebben ingekocht: een deel van die werken hangen nu in hun musea.

HET BELEGGEN IN KUNST EN MIJN VISIE DAAR OP.

Kunst die in waarde vermeerdert, heeft bovenal te maken met gevoel of oog voor de esthetische waarde en het gevoel voor trends in de markt.
Maar in het algemeen kan men stellen dat artistieke kwaliteit van een schilderij op termijn altijd bepalend is voor waardevermeerdering!
Dit geldt uiteraard ook voor antiek.
Ook is kunst en antiek een schaarste goed.
Het supply neemt alleen maar af door het vergaren van musea, schades, vernietiging, etc.
De vraag naar kunst neemt toe, zowel privé als institutioneel.
De combinatie van vraag en aanbod zorgt voor prijsinflatie van kunst.
De vraag naar kunst is mede gestegen door de recente welvaart van de opkomende markten (Emersion markets), zoals China, India, Rusland.
Industriële baronnen uit China kopen b.v. Chinees porselein terug op veilingen in New York, Londen, Hongkong.
Maar ook in het Westen is een soort inhaalslag naar kunst aan de gang.
Een voorbeeld zijn de jonge Amerikaanse hedge fund managers die prestige kopen en de hedendaagse kunst omhoogstuwen.
Bijzondere kunstcollecties opgebouwd over vele jaren kunnen plotseling veel geld waard zijn.
Vaak haalt dit de pers: vandaar ook de gedachte dat kunst een goede belegging is!
Kunst is altijd een belangrijke en prestigieuze vorm van beleggen geweest, vooral voor de grote vermogens (oude families).
Het grote nadeel van de geringe „liquiditeit” (het niet makkelijk kunnen verkopen wanneer jij wil) van kunst is niet belangrijk voor deze groep.
Grote vermogens hebben meestal een lange beleggingshorizon, hoeven ook niet perse te verkopen.
Kunst is voor deze groep inflatiebestendig gebleken.
Kunst is ook fiscaal vriendelijk: de winst is onbelast mits men er niet in handelt.
Sta ook eens stil bij de verhouding: KIJKPLEZIER/RENDEMENT.
Kunst is voor de eeuwigheid en blijft altijd voor alle generaties interessant.
Tijdelijke fluctuaties in waardering ten gevolge van smaakverschillen zijn rimpelingen die overigens decennia kunnen aanhouden maar authentieke kunst van goede kwaliteit, in goede staat en een ondubbelzinnige pedigree (historische achtergrond) zal uiteindelijk altijd appreciëren.
De waarde van kunst stijgt en daalt, maar over een lange periode is kunst meer in waarde gestegen dan bijvoorbeeld inflatie.
Kunst is luxe.
Zolang de economische hausse aanhoudt blijft kunst stijgen.
In mindere tijden kost kunst minder: dan zijn er zaken te koop die eerder onbereikbaar leken, maar of dat ook voor kwaliteit geldt is vooralsnog weinig van te merken!
Kunstbezit is in ieder geval een goede manier om je vermogen te DIVERSIFICEREN.
Maar ook de belegger met wat bescheidener middelen kan met een kleine(re) kunstcollectie beginnen.
In mijn ogen moet kunst eerst en vooral EEN PLEZIER VOOR HET OOG zijn.
Kunstcollecties kunnen alleen met liefde, smaak en kennis tot stand komen!
Vaak haalt de echte verzamelaar zijn buikriem aan om toch dat mooie stuk te kunnen kopen!

Guido van Groeningen – info@guidovangroeningen.com
06 55 36 06 56